“ Ik was wat vroeger vertrokken vandaag aangezien het
weer warm beloofde te gaan worden. Om 9u ’s ochtends was het inderdaad al
puffen in het veld :) Om 12u zat ik in Accolay al over 3/4 van mijn route. Daar
heb ik dan op een gezellige terrasje voor geen geld een driegangenmenu besteld.
Nadien zette ik mijn tocht verder langs mooie route door een bos op een steile
oever van de rivier de Cure. ’s Avonds overnachtte ik bij een vriendelijke
gepensioneerd koppel, Dominique en Marie-Therese. Ze wonen 4km van de route weg
in klein gehucht, le Beugnon, dat 50 zielen telt. Ik krijg een rondleiding
doorheen het dorp en in de 15e eeuwse Jacobskapel die ze aan het
restaureren zijn. Een gepassioneerde Dominique slaagt erin me anderhalf uur te
boeien tijdens een wandeling van 400m door een stervend dorp. Iedereen kent
elkaar en overal wordt een babbel geslagen. 1 gek moment wel: ik merk op dat de
hoofdweg, rue Réné Réné, wel grappig is (temeer in een land dat niet bijster
origineel is als het op straatnamen aankomt). De oudere man bij wie we staan verklaart
met afgestreken gezicht dat de straat naar zijn vader genoemd is die door de
Duitsers gefusilleerd werd. Met enige trots toont hij 2m verder het kogelgat in
de zachte Bourgondische steen. Ik wist niet goed wat te zeggen dus rondde mijn
gastheer de rondleiding af met een welgekomen “le diner sera prêt!“.
Dag Thomasss, toch opletten voor sssissende ssserpenten.
BeantwoordenVerwijderen