dinsdag 3 december 2013

Esposende - Póvoa de Varzim: 19km (totaal : 3000km) + metro naar Porto, oftewel de dag dat ik uitgewandeld was…

SMS verstuurd op 02/12/2013 om 05u11

“ Ik blijf tot de middag in het hotel plakken en als ik uiteindelijk aan het wandelen ben, verdwijnen al snel enkele lagen kleding in mijn rugzak. In Esposende moet ik weer even rond een riviermonding wandelen, maar aan de andere kant van de stad ga ik het strand op om er 16km later pas terug af te komen. Het was prachtig wandelen vandaag op brede zandstranden met mooie keien hier en daar, langs een woeste branding. Toch ook wat gepieker: vanaf Póvoa de Varzim beginnen de voorsteden van Porto en daar zie ik best tegenop. Enerzijds heb ik zonder veel nadenken Porto tot einddoel gebombardeerd aangezien er een luchthaven is. Anderzijds had ik graag een einddoel gevonden dat wat meer in het thema past, iets symbolisch. En zeker tijdens deze prachtige wandeling, ben stik alleen dus km’s prachtige stranden helemaal voor me alleen in deze prachtige weersomstandigheden, lijkt morgen me een gigantische anticlimax te gaan worden. Maar moet ik dan gewoon zomaar stoppen zonder boe of bah? Ik geraak er maar niet uit… Ik zie een paar daken boven de duinen uitsteken dus ik ga van het strand af om te vragen waar ik me ergens bevind. Er is echter verdacht weinig beweging in het dorp… Tot ik aan het andere uiteinde kom en er een drukte van jewelste bij een klein kerkje aanschouw. Enkele dorpelingen spreken me enthousiast aan als ze de schelp zien bengelen achterop mijn rugzak. Een van hen spreekt gelukkig Frans (ben op enkele dagen tijd meerdere Portugezen tegengekomen die nog als gastarbeider in Wallonië of Frankrijk hebben gewerkt), en hij legt me uit dat het dorpje (Santo André) een bedevaartsoord heeft voor Sint-Andries en dat morgen (30 november) het grote jaarlijkse feest is voor hun patroonheilige. Een groepje vrouwen wandelt rondjes rond de kerk terwijl ze de rozenkrans bidden en zingen (en in het land van de fado klinkt ook dat een stuk treuriger als elders). In het 16e eeuwse kerkje zijn anderen een erehaag van heiligenbeelden aan het opstellen. Overal zijn marktkramers eetstandjes aan het opbouwen en alle lantaarnpalen zijn versierd met palmtakken en wimpels, en iedereen is goedgezind. Wanneer ik op een bord lees dat St-Andries de verloren zielen (van verdronken zeelieden) terugbrengt, staat mijn besluit vast: niet in wereldstad Porto maar hier en nu stopt mijn Iberisch avontuur, in een klein bedrijvig gat, het hol van Pluto genaamd Santo André! Er schiet me nog iets te binnen: ‘hoe ver ligt uw pueblo van Esposende, mon ami?’, vraag ik aan de man van daarnet. ‘19km’, antwoordt hij. Ik heb hier exact 3000km gewandeld! Ik ga een paar kaarsen branden in het kerkje, eet mijn buikje vol bij de kraampjes en koop een fles champagne om het einde van mijn tocht te vieren tijdens de laatste km’s strand tot Póvoa de Varzim (waardoor ik strikt genomen meer dan 3000km gewandeld heb, maar laten we dat even negeren want zo’n rond getal staat wel mooi….). Terwijl ik de zon voor de vierde avond op rij zie ondergaan, laat ik op een rustig stukje strand tussen de rotsen de kurk uit mijn fles ploffen en spuit F1-gewijs de helft van de inhoud de lucht in (deftig zondigend tegen alle regels, maar kom, als je het vetpercentage hebt van een anorexiapatiënt kan je nu eenmaal geen volledige fles meer verdragen…). Tegen dat het laatste avondrood aan de einder verdwenen is, kom ik in Póvoa de Varzim aan en is mijn fles soldaat. Niet alleen de bubbels maken dat ik een dikke glimlach niet van mijn gelaat kan vegen, maar vanaf het moment dat ik Santo André verliet, heb ik voor de eerste maal dat leuke gevoel: ‘Yep, nu ga ik naar huis!’. Enkele luide knallen halen me even uit mijn gelukzalige bubbel, maar blijkt dat ze in Santo André gewoon even vuurwerk aan het afsteken zijn: toepasselijk :) Ik moet een half uur wachten op de metro naar Porto en moet dringend naar het toilet. Groot is mijn verbazing als ik in het café dat ik lukraak binnenspring, na 3000km dan toch eindelijk eens een driebandtafel aantref. Ik beslis echter 6 dagen te wachten, tot ik voor de eerste maal terug in de Warson ben, waar ik op 19 juli mijn laatste partij drieband speelde. Na al die tijd steekt het ook niet meer op 6 dagen :) ‘Een dag zo gek dat je het niet kan verzinnen’ denk ik bij mezelf. Ik spring op de metro naar Porto en in mijn hoofd ben ik zo weer een stapje dichter bij huis… Tot gauw, vrienden! “

2 opmerkingen: