donderdag 5 december 2013

Schulen - Hasselt: 14km (totaal: 3075km)

Voor de laatste maal neem ik afscheid van Hanne, Jeroen en de kindjes en ik begeef me weer naar het station van Aarschot. Aangezien ik vandaag maar 14km moet wandelen tot Hasselt, heb ik vanochtend op mijn gemakje ontbeten. Maar als ik op de trein richting Schulen zit, begint het toch te kriebelen. Alle souvernirs die ik in Santiago kocht, heb ik toen op dat moment per post naar huis gestuurd.  Alles behalve de sinterklaascadeautjes voor mijn petekind Dries. Die hebben intussen al meer dan 300km samen met me afgelegd. Vanavond blijf ik bij mijn zus overnachten en kan ik ze in zijn schoen duwen. Morgen krijgt hij voor de eerste maal in zijn leven zijn Sinterklaas, recht uit Spanje :)

In Schulen spring ik van de trein af en probeer in de buurt van het spoor te blijven. Hoe langer ik wandel, hoe bekender het terrein wordt. Voor Kermt buig ik weg van de spoorlijn en wandel via enkele landwegen op goed geluk richting Herkenrode. Ik beland iets te ver naar het noorden en leer aan de andere zijde van de E313 een deel Stokrooie kennen dat ik nog nooit eerder gezien had :) Uiteindelijk kom ik na enige omwegen aan in Herkenrode en wandel de cafetaria binnen voor een kop koffie en een stempel. Ik verheug me. Nog een uurtje wandelen en ik zit aan de toog van mijn stamcafé met een frisse pint. Snel maar weer op weg dus.

Even later krijg ik een telefoon van mijn zus. Mijn petekind was al enkele dagen ziek maar het wordt niet beter dus gaat ze met hem naar het ziekenhuis. Ik moest me niet haasten, zei ze, en wachten op een seintje van haar om te komen. Alles komt wel in orde, hou ik mezelf voor. Ik baan me een weg door Kuringen, wandel Hasselt binnen, smijt zonder veel poespas mijn rugzak in een hoek van mijn stamcafé en bestel aan de toog een frisse pint. Veel blije gezichten. Iedereen is zo enthousiast. En vol bewondering. Vreemd dat laatste, en lichtelijk irritant ook.

Mijn zus geeft maar geen seintje en alle drukte wordt me wat teveel van het goede. Terwijl ik onderweg was, is de café overgenomen door Fons. Ik besluit even weg te vluchten en de vorige baas, Jos, te verrassen. Ik vraag waar hij nu woont en ga weer op weg. Aan de andere kant van Hasselt duw ik even later op zijn deurbel. "Ja wadist?", roept een bekende stem door de parlofoon. "Voor mij een dikke pint", roep ik terug. "Kom maar binnen, ik heb op u zitten wachten, de deur staat open", zegt Jos en de deur valt uit het slot. Op de tast stommel ik door een aardsdonkere trappenhal naar boven en wandel een openstaande voordeur binnen. Jos rolt in zijn rolstoel de keuken uit met een Westvleteren op zijn schoot. "Hier, dat staat hier al een paar maanden op u te wachten". Een blij weerzien. Veel om over bij te babbelen. Goede nieuwtjes, mindere nieuwtjes.

Mijn ouders zijn intussentijd aangekomen in mijn stamcafé dus neem ik weer afscheid van Jos, zij het dit keer maar voor enkele dagen. In het café wacht me slecht nieuws. Mijn petekind moet opgenomen blijven in het ziekenhuis en ik ga hem morgen pas kunnen zien, mogelijk morgen zelfs. Fons zegt direct dat ik boven het café mag blijven overnachten. Ik neem het aanbod dankbaar aan maar vloek toch ook inwendig. Ik had echt wel graag mijn petekind en zus vandaag nog gezien, maar plots zit ik de rest van de avond op café. Dat ik eindelijk een spelletje drieband kan spelen met mijn vader verzacht enigszins de domper.

Mijn ouders gaan naar huis en de vaste stamgasten vertrekken één voor één. Het was een leuke avond. Ik eindig alleen met Fons aan de toog. Alhoewel ik doodop ben en mijn pezig lijf de alcohol niet zo goed meer kan verdragen, blijf ik nog enkel uren met Fons babbelen. Net zoals in de vooravond bij Jos, merk ik nu dat er de laatste maanden niet enkel veel leuke zaken gebeurd. Als je bijbabbelt, komen ook alle negatieve zaken eruit...

Ooit was mijn stamcafé een hotel. Op de deur van de kamer waarin ik mag overnachten hangt nog steeds het nummer 101. Heinrich Himmler sliep er ooit. Om één of andere reden staat er een jachtgeweer naast mijn hoofdeinde. "Dat is ongeladen", sust Fons me. Ik vraag vervolgens toch of hij het weg kan nemen. Het duurt nog een hele tijd eer ik de slaap kan vatten. Het is lang geleden dat dit me nog overkwam. Dat het maar snel morgen is...



























Geen opmerkingen:

Een reactie posten